Ik 'versta' je beter als je me aanraakt
Jos de Zoete - de Winde
medewerker inclusiviteit Noord Straalt
Voor de communicatie als een doof mens is het voor mij erg belangrijk om aan te raken en aangeraakt te worden, naast het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal.
Dit vervangt namelijk de intonatie van de stem en geeft de communicatie veel zichtbaarheid.
Het geeft nét dat stukje extra, het aanraken op een manier waarbij je respect toont.
Omdat ik doof ben, ben ik zeer visueel ingesteld. Het is voor mij ideaal dat mijn omgeving zichtbaar is, evenals de mimiek van de mensen met wie ik communiceer.
Ik communiceer in zowel mijn eigen taal, de Nederlandse Gebarentaal, als de gesproken taal.
Doordat ik in een omgeving ben opgegroeid waarbij de lichamelijke aanraking – net als de Nederlandse Gebarentaal - niet voorop stond, weet ik nu dat dat voor mij wel onontbeerlijk was geweest om gezien te zijn.
Als je gebaart in een liefdevolle setting, en daarbij even je hand op de arm van de ander legt, geeft dat extra intonatie.
Als je boos of geagiteerd gebaart, en de ander laat merken echt naar jou te luisteren door jou even aan te raken, waardoor je je gezien voelt, geeft dat extra intonatie.
Aan de andere kant wil ik niet altijd aangeraakt worden, net zoals ik heel goed weet dat ik niet altijd de ander aan kan raken.
Het is dan net de kunst om aan te voelen in welke settings je aangeraakt wilt worden en aan kunt raken.
Ik heb bijvoorbeeld heel lang diep in mezelf een onveilig gevoel gehad.
Door liefdevolle mensen die ik gaandeweg ontmoette in mijn leven, waarbij aanraken een belangrijk onderdeel was (en is), heb ik die onveiligheid naar boven kunnen halen.
En om kunnen zetten in iets wat ik kan gebruiken als ervaring om in te schatten wanneer aanraken wel en niet kan.
Knuffel!