Toe, raak me aan
Ben ik je baby, toe raak me aan.
Ik heb je aanraking nodig, meer dan je misschien ooit zult weten.
Was, verschoon en voed me niet alleen, maar wieg me dicht tegen je aan,
kus mijn gezicht en streel mijn lijfje.
Je kalmerende zachte aanraking drukt veiligheid en liefde uit.
Als ik je kind ben, toe raak me aan.
Als ik tegenstribbel, je zelfs wegduw, zet door,
zoek de manieren om aan mijn behoefte tegemoet te komen.
Je nachtzoen helpt mijn dromen te verzoeten.
Je aanrakingen overdag vertellen me wat je werkelijk voelt.
Als ik je tiener ben, toe raak me aan.
Denk niet dat ik, omdat ik bijna volgroeid ben,
niet hoef te weten dat je nog om me geeft.
Ik heb behoefte aan je liefdevolle armen en tedere stem.
Als de weg soms vol stenen ligt, dan heeft het kind in me je nog steeds nodig.
Als ik je vriend ben, toe raak me aan.
Niets laat me duidelijker weten dat je om me geeft.
Een tedere aanraking als ik in de put zit,
verzekert me ervan dat ik word bemind en stelt me gerust dat ik niet alleen ben.
Jouw troostrijke aanraking is misschien de enige die ik krijg.
Als ik volwassen ben, toe raak me aan.
Al heb ik zelf een gezin om vast te houden,
nog steeds heb ook ik behoefte aan de armen van mijn ouders om me heen,
als ik me gekwetst voel.
Als ik je bejaarde vader of moeder ben, toe raak me aan,
zoals ik werd aangeraakt toen ik nog heel jong was.
Houd mijn hand vast, zit dicht bij me,
geef me kracht en verwarm mijn vermoeide lichaam met jouw nabijheid.
Al is mijn huid nu gerimpeld, ze vindt het nog steeds heerlijk om aangeraakt te worden.
Wees niet bang, raak me gewoon aan.
Uit: ‘Liefdevolle aanraking’